Wat is een hartinfarct?
Bij een hartinfarct (of hartaanval) zit vaak de kransslagader, die het hart voorziet van bloed en zuurstof, dicht door slagaderverkalking (atherosclerose). Een deel van het hart raakt beschadigd doordat het onvoldoende bloed en zuurstof krijgt.
Een acuut hartinfarct ontstaat bij een volledige afsluiting van een kransslagader door bijkomende bloedklontervorming.
Het is belangrijk om een hartinfarct te herkennen en snel in te grijpen. Hoe sneller het afgesloten bloedvat weer open is, hoe kleiner de kans op permanente schade.
Klachten en symptomen van hartaanval
Een hartinfarct gaat gewoonlijk gepaard met hevige, drukkende pijn op de borst. Dat gevoel gaat niet over. Soms gaat deze pijn samen met:
- zweten en misselijkheid
- kortademigheid
- uitstralende pijn naar de linkerschouder of linkerarm
- bleek zien
Op dat ogenblik moet dringend ingegrepen worden. Je belt onmiddellijk 112 als deze klachten langer dan vijf minuten duren in rust.
Diagnose van hartinfarct
Het is van groot belang om een volledig afgesloten kransslagader zo snel mogelijk opnieuw te openen om de grootte van het infarct te beperken.
In het cathlab bekijken we waar de verstopping van de kransslagader zich bevindt. Dit doen we met behulp van hartkatheterisatie. Aansluitend openen we de kransslagader met een ballon en een stent.
Na een infarct is een deel van de hartspier afgestorven, wat tot vermindering van de pompfunctie kan leiden. Dat stellen we vast via:
Behandeling van hartaanval
Na een hartaanval start de arts steeds een behandeling met medicatie op, bestaande uit:
- bloedverdunners
- cholesterolverlagers
- bètablokkers
- RAAS-inhibitoren
Minstens de bloedverdunners en cholesterolverlagers moet je vervolgens levenslang innemen.